Beste deelnemer aan het Nederlands Autisme Register (NAR),

Afgelopen jaar heeft u als ouder van een kind met autisme meegedaan aan een NAR-meting. Heel veel dank hiervoor!

We hebben op basis van uw antwoorden een persoonlijk overzicht gemaakt. Dit overzicht laat de antwoorden van uw kind zien in vergelijking met die van andere NAR-deelnemers.
Dit jaar hebben we specifiek gekeken naar (problemen op) school en motorische ontwikkeling.

In het overzicht ziet u voor elk onderwerp uw eigen score, het gemiddelde van alle deelnemers en het gemiddelde van deelnemers die vergelijkbaar zijn met uw kind.

Let op: u kunt dit jaar opnieuw zelf kiezen met welke groepen u uw score wilt vergelijken. U kunt lijntjes ‘aan’ of ‘uit’ zetten door boven de grafiek op de naam van het lijntje te klikken (u kunt bijvoorbeeld op ‘Jongens’ klikken om het lijntje te zien met de gemiddelde scores van alle ouders van autistische jongens in het NAR). U kunt uw score vergelijken met de scores van andere ouders van autistische kinderen, waarbij u kunt vergelijken op basis van het geslacht van het kind (jongen of meisje) of het type onderwijs dat het kind volgt (basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, voortgezet onderwijs of speciaal voortgezet onderwijs).

Tevredenheid over leefsituatie

In deze vragenlijst heeft u aangegeven hoe tevreden u bent over verschillende domeinen van de leefsituatie van uw kind op een schaal van 0 (slecht) tot 10 (heel goed).

Geestelijke gezondheid
'Op een schaal van 0 (slecht) tot 10 (heel goed), hoe waardeert u de geestelijke gezondheid van uw kind op dit moment?'

Lichamelijke gezondheid
'Op een schaal van 0 (slecht) tot 10 (heel goed), hoe waardeert u de lichamelijke gezondheid van uw kind op dit moment?'

Behandeling
'Op een schaal van 0 (slecht) tot 10 (heel goed), hoe waardeert u de behandeling(en) die uw kind volgt of heeft gevolgd?'

Medicatie
'Op een schaal van 0 (slecht) tot 10 (heel goed), hoe waardeert u de medicatie die uw kind gebruikt?'

Begeleiding
'Op een schaal van 0 (slecht) tot 10 (heel goed), hoe waardeert u de begeleiding die uw kind krijgt of heeft gekregen?'

Woonsituatie
'Op een schaal van 0 (slecht) tot 10 (heel goed), hoe waardeert u de woonsituatie van uw kind op dit moment?'

Onderwijssituatie
'Op een schaal van 0 (slecht) tot 10 (heel goed), hoe waardeert u het onderwijs dat uw kind volgt?'

Vrijetijdsbesteding
'Op een schaal van 0 (slecht) tot 10 (heel goed), hoe waardeert u de vrijetijdsbesteding van uw kind op dit moment?'

Sociale contacten
'Op een schaal van 0 (slecht) tot 10 (heel goed), hoe waardeert u de sociale contacten van uw kind op dit moment?'

Leven in het algemeen
'Hieronder staat een rij. De ‘10’ aan het einde van de rij betekent het beste leven dat u zich kunt voorstellen voor uw kind. De ‘0’ aan het begin van de rij betekent het slechtste leven dat u zich kunt voorstellen. Op welke plek in de rij staat het leven van uw kind over het algemeen?'


School en Buurt

Moeilijkheden op school en in de buurt

De Child and Adolescent Scale of Environment (CASE) kijkt naar hoe moeilijk een kind het heeft met dingen in de omgeving, zoals weinig steun of gebrek aan informatie thuis, op school of in de buurt. Het meet ook of er genoeg goede hulp of diensten beschikbaar zijn voor het kind. Bij elke stelling kon aangegeven worden of dit voor het kind ‘geen probleem’, een ‘klein probleem’ of een ‘groot probleem’ is. Een lage score duidt op minder moeilijkheden met de fysieke en/of sociale kenmerken van de school/buurt.

Activiteiten op school en in de buurt

De Child and Adolescent Scale of Participation (CASP) meet de mate waarin kinderen (kunnen) deelnemen aan activiteiten op school of in de buurt in vergelijking met klasgenoten en buurtkinderen van dezelfde leeftijd. Bij elke activiteit kon aangegeven worden of er bij het kind sprake was van ‘volledige deelname’, ‘beperkte deelname’, ‘zeer beperkte deelname’ of ‘geen deelname’ in vergelijking met klasgenoten of buurtkinderen. Een van de activiteiten die genoemd werd, was: ‘Onderwijsactiviteiten met klasgenoten op school.’ Een lage score geeft aan dat het kind beperkt deelneemt/kan deelnemen aan de activiteiten op school of in de buurt in vergelijking met klasgenoten/buurtgenoten.

Moeilijkheden met de schoolomgeving (CASE)
Kijkt naar de fysieke en sociale aspecten van de school die voor het kind moeilijk of uitdagend kunnen zijn. Een voorbeeldstelling: ‘Mijn kind voelt problemen met gebrek aan ondersteuning en aanmoediging op school (bijv. door leerkracht of klasgenoten).’. Een lage score wijst op minder moeilijkheden met de fysieke en/of sociale kenmerken van de school.

Moeilijkheden met de buurtomgeving (CASE)
Kijkt naar de fysieke en sociale aspecten van de buurt die voor het kind lastig kunnen zijn. Een voorbeeldstelling is: ‘Mijn kind voelt problemen met de houding van mensen in de buurt.’. Een lage score duidt op minder moeilijkheden met de fysieke en/of sociale kenmerken van de buurt.

Deelname aan activiteiten op school (CASP)
Meet de deelname aan de activiteiten op school in vergelijking met klasgenoten. Voorbeeld van een activiteit waarnaar gevraagd werd: ‘Sociale, speel- en recreatieve activiteiten met andere leerlingen op school (bijv. 'rondhangen', sporten, hobby's, creatieve activiteiten, lunchen of pauze-activiteiten)’. Een lage score geeft aan dat het kind beperkt deelneemt/kan deelnemen aan de activiteiten op school in vergelijking met klasgenoten.

Deelname aan activiteiten in de buurt (CASP)
Meet de deelname aan de activiteiten in de buurt in vergelijking met buurtkinderen van dezelfde leeftijd. Een voorbeeldstelling is: ‘Georganiseerde evenementen en activiteiten in de buurt (bijv. teamsporten, concerten, optochten en beurzen)’. Een lage score geeft aan dat het kind beperkt deelneemt/kan deelnemen aan de activiteiten in de buurt in vergelijking met buurtgenoten.



Motorische mijlpalen

De Motor Milestones vragenlijst brengt in kaart op welke leeftijd (in maanden) uw kind specifieke motorische mijlpalen heeft bereikt in zijn/haar ontwikkeling. De grafiek geeft het per mijlpaal aan of uw kind deze (al) heeft bereikt en na hoeveel maanden. Deze score kan vergeleken worden met de gemiddelde score van andere kinderen bij het NAR. Een lage score betekent dat uw kind relatief jong was bij het behalen van de mijlpaal.